Vragen configureren

Druk op een vraag om de instellingen ervan te wijzigen. Zo kunt u de titel en de omschrijving van de vraag aanpassen en indien van toepassing ook het label en de variabelenaam. Druk op ‘opslaan’ om de wijzigingen te bevestigen. Daarnaast bestaan er andere opties om de vraag verder te configureren:

Voorwaarden voor tonen

U kunt per vraag een voorwaarde voor deze vraag instellen. Dit houdt in dat de vraag alleen getoond wordt indien op een andere vraag voor een specifiek antwoord is gekozen. Wordt er een ander antwoord gekozen, wordt deze vraag niet getoond. Om dit in te stellen drukt u op ‘Voorwaarde toevoegen’. Vervolgens doorloopt u drie stappen:

  • 1. Vraag. Selecteer de vraag waarvan het antwoord als voorwaarde geldt voor het tonen van de huidige vraag. U krijgt per pagina te zien welke vragen u kunt selecteren. Dit kunnen alle vragen zijn, behalve ‘standaardvragen’. Druk op ‘volgende stap’.
  • 2. Benodigd antwoord. Selecteer het benodigde antwoord op de vraag die u bij stap 1 gekozen heeft. Druk vervolgens op ‘opslaan’.
  • 3. Ook toepassen op. Indien u deze voorwaarde ook toe wilt passen op andere vragen, kunt u dat hier aangeven. Selecteer de vraag door erop te drukken. Indien u alles wilt selecteren, kiest u voor ‘alles selecteren’. Druk op ‘opslaan’ om te bevestigen. De voorwaarde is nu aangemaakt.

In een tabel worden alle aangemaakte voorwaarden van de vraag weergegeven. Daarin kunt u zien welke vraag als voorwaarde is toegevoegd en met welke gekozen antwoordoptie. Druk u onder ‘Acties’ op het rode bolletje met het witte streepje om de voorwaarde te verwijderen.

Opties

Bij alle typen vragen, behalve standaardvragen, kunt u ook kiezen voor ‘Opties’. Daar heeft u de volgende mogelijkheden:

  • Volgorde veranderen: Druk hier op om de volgorde van de antwoordopties te veranderen. Sleep de antwoordopties in de goede volgorde en druk op ‘opslaan’ om te bevestigen.
  • Opties numeriek coderen: Wanneer u hier op drukt, worden de antwoordopties numeriek gecodeerd, zodat deze gemakkelijk te verwerken zijn in statistische programma’s zoals SPSS. Zodra deze optie is ingeschakeld, verandert de knop in ‘Numeriek coderen uitschakelen’. Druk hierop als u het numeriek coderen uit wilt schakelen.
  • Nieuwe optie toevoegen: Voeg een nieuwe antwoordoptie toe door een nieuwe waarde in te vullen en vervolgens op ‘opslaan’ te drukken.
  • Acties: Door op het potloodje () te drukken kunt u een antwoordoptie bewerken. Druk op het rode bolletje met het witte streepje om een antwoordoptie te verwijderen.
  • In het geval van een scorevraag, kunt u door op het icoontje van het potloodje te drukken, ook de score toevoegen aan de antwoordopties. Druk vervolgens op ‘opslaan’.

Subvragen

Indien u een matrixvraag aangemaakt heeft, ziet u nog een derde optie: ‘Subvragen’. U kunt hier de volgende acties uitvoeren:

  • Subvraag toevoegen: Wanneer u hierop drukt, kunt u bij ‘Label’ de nieuwe subvraag invoeren. Druk vervolgens op ‘opslaan’ om te bevestigen.
  • Volgorde veranderen: Druk hierop indien u de volgorde van de subvragen aan wilt passen. Sleep de vragen in de gewenste volgorde en bevestig met ‘opslaan’.
  • Acties: Door achter een subvraag op het potloodje () te drukken, kunt u deze aanpassen. U kunt een subvraag verwijderen door op het rode bolletje met het witte streepje te drukken.